Etnisch profileren doen we allemaal

Ik interviewde Irene Meijer voor Tijdschrift Conflicthantering (nr. 6, 2016). Hieronder het interview:


Introductie

Voor dit themanummer over interculturele conflicten stelt Judith Stoop aan Irene Costera Meijer de vraag of er een relatie bestaat tussen nieuws en interculturele conflicten. Hoe beïnvloeden nieuwsmedia (het ontstaan van) conflicten? Wat is hun rol in de duiding van conflicten? En hoe zouden nieuwsmedia een positieve bijdrage kunnen leveren ten aanzien van maatschappelijke conflicten? Media zijn belangrijk bij het erkennen en duiden van conflicten. Ze helpen de kijker of lezer een beeld te vormen. Costera Meijer vertelt over de weg van de identificatie. Ofwel: nieuws waarmee we ons kunnen identificeren, wordt sneller gebracht en eerder gehoord.


‘Er is zeker een relatie tussen nieuws en interculturele conflicten. Denk aan framing, aan het creëren van wij/zij-beelden, denk aan de perspectieven die systematisch worden ingenomen door nieuwsmedia. Dat is bijvoorbeeld zelden het perspectief van een Marokkaanse jongen. Ons beeld van conflicten wordt voor een groot deel bepaald door het perspectief dat de journalist kiest. In oorlogssituaties is dat vaak het perspectief van “wij, de bevrijdende partij”, in andere conflicten is dat geregeld “zij, de onderliggende partij”. Door het kiezen van een perspectief creëert een journalist impliciet een wij/zij-verschil. Meestal wordt verslag gedaan vanuit het perspectief van het slachtoffer en zelden vanuit dat van de dader. Het daderperspectief komt vaak überhaupt niet aan de orde. Verslaggevers kiezen automatisch voor de positie van de underdog, of degene van wie ze denken dat het de underdog is. Dit gebeurt omdat de identificatie langs deze weg gaat. Een nieuwsverhaal wordt gebracht vanuit het perspectief van de huurder die tegen huurverhoging is, maar niet vanuit de woningcorporatie die vertelt waarom de extra inkomsten nodig zijn. En vanuit het slachtoffer van diefstal, maar zelden vanuit de dief. Hiermee bedoel ik niet dat er meer begrip zou moeten zijn voor de dief of de woningcorporatie, maar dat het soms zinvol is om de andere kant van het verhaal te vertellen.’ 


Agenda setting

‘Bij politieke berichtgeving is het ingewikkelder. Vaak wordt hierbij de impact van het beleid via het perspectief van het slachtoffer in beeld gebracht. De eigen bijdrage in de zorg gaat omhoog, dat heeft effect op mensen met weinig inkomen. Die mensen komen in het nieuws. Maar je ziet zelden dat de minister even uitgebreid de kans krijgt om uit te leggen waarom dit gebeurt. Er wordt in veel journalistieke media automatisch gekozen een verhaal te brengen vanuit degene die onder ligt in het conflict.

Je kunt je afvragen wat dit doet met de mensen die dit nieuws tot zich nemen. Die zullen vrij automatisch dat perspectief overnemen. Zo onderzocht een landelijke krant onbehagen in de samenleving, vlak voor de begrotingsbehandeling. Er werden vragen gesteld als “Vindt u dat de pensioengerechtigde leeftijd weer omlaag moet?” en “Vindt u dat de eigen bijdrage van de ziektekostenverzekering moet worden afgeschaft?” Dan is de vraag of hier onbehagen wordt gemeten of stemming wordt gemaakt. Dit is later ook keurig door de betreffende krant zelf aan de orde gesteld. Het beïnvloedde ook het Tweede Kamerdebat. Iedereen in de kamer had het opeens over ‘onbehagen’ en niet over de begroting en de keuzes die daarbij gemaakt zijn. Het onderwerp gaat van de politiek naar het nieuws, en het nieuws geeft het de politiek weer terug en heeft intussen de inhoud veranderd. Dit heet de agenda setting theorie.’


Erkenning van een conflict

‘Uit conflictstudies blijkt dat slachtoffers in nieuwsberichtgeving automatisch meer aandacht krijgen, tenzij de daders niet echt gezien worden als daders. Bij een onderwerp als vrouwenmishandeling was het heel lang zo dat de daders van huiselijk geweld niet echt gezien werden als daders. Voor de jaren zeventig van de vorige eeuw bestond het woord “vrouwenmishandeling” niet. In Engeland was er destijds een wet die toestond dat een man zijn vrouw mocht slaan met een stok niet breder dan zijn duim. In Nederland was er überhaupt geen wetgeving over. Het slaan van vrouwen en ook kinderen sloot aan bij de normen van de samenleving. In eerste instantie werd dit gezien als correctiemechanisme en niet gezien door de lens van “mishandeling”, waardoor er weinig aandacht aan werd besteed. Inmiddels zijn vrouwenmishandeling en kindermishandeling in de media begrippen geworden en wordt het afgekeurd. Bij verslag hierover wordt dan ook meestal het perspectief van het slachtoffer genomen. Alleen studentenmishandeling bij ontgroeningen vinden we cultureel nog acceptabel, maar je merkt dus dat de normen verschuiven en daarmee ook de perspectieven van waaruit nieuwsmedia berichten. Voor de verwoording en daarmee de erkenning van een conflict zijn media enorm belangrijk. Na deze erkenning hebben media een belangrijke rol bij de betekenisgeving aan het conflict, door het perspectief van waaruit ze berichten.’


Likes en shares

‘Ik houd me met name bezig met veranderend nieuwsgebruik. Dus hoe mensen nieuws gebruiken via digitale apparaten. Consumptie klinkt heel passief, want gebruikers doen natuurlijk nog veel meer met dat nieuws. Afgezien van hoeveelheden likes en shares, is mijn vraag: waar gaat dat dan over, welke berichten delen ze, wat beogen ze daarmee? Het blijkt dat mensen vooral nieuwsberichten delen waar ze kwaad over zijn of die ze grappig vinden, maar ze delen eigenlijk zelden wat ze belangrijk vinden. Dat geldt ook voor het klikken op nieuwsberichten. Mensen klikken vaak niet op wat ze belangrijk vinden, maar op berichten die om een of andere reden opvallen of die gespreksstof aanreiken. Terugkomend op de theorie van agenda setting doen wij als consumenten dus massaal mee aan het bepalen van die nieuwsagenda. 

Veel mensen waren moreel verontwaardigd over rapper Boef uit Alkmaar die als treitervlogger de politie in de zeik neemt, terwijl dit natuurlijk in de jaren zestig ook al gebeurde door de nozems, in de jaren zeventig door de feministen en in de jaren tachtig door de krakers. En net als vroeger wordt hiermee de ‘moral majority’ in de kaart gespeeld. Weldenkend, met name wit Nederland vindt het treiteren van politie echt niet kunnen. Dat vinden we leuk om over te praten, “vind je ook niet dat dat écht niet kan?” Dat is een makkelijk bericht om te liken omdat het aansluit bij heersende ideeën en mensen in het gesprek hierover met anderen bijval vinden.’


Beeldvorming

‘We hebben in Utrecht tussen 2009 en 2014 een groot onderzoek gedaan naar nieuwsberichtgeving in probleemwijken. Dat ging over hoe je nieuws op een andere manier kunt inzetten. Het toonde aan wat nieuws betekent voor de reputatie van een wijk en voor de ervaring van de wijk. Mensen ervaren een wijk op een gegeven moment door hun nieuwsconsumptie, óók de mensen die er wonen. Wanneer media een buurt systematisch neerzetten als berucht en gevaarlijk, ga je de buurt gevaarlijker vinden. Een conclusie was dat de impact van een overload van eendimensionaal en tendentieus nieuws tot vervreemding van de eigen buurt en van buurtgenoten leidt. Mensen raken vervreemd van hun eigen werkelijkheid. Ze herconstrueren hun beeld van de wijk aan de hand van wat zij vernemen uit het nieuws. Dat gebeurt bij iedereen. Als jij ’s nachts een Marokkaanse jongen op straat ziet, houd je je tas ook wat steviger vast. Etnisch profileren doet niet alleen de politie, dat doen wij allemaal. Dat is beeldvorming die ons beïnvloedt.

In ons onderzoek gingen burgerjournalisten andere mensen interviewen die ze aanvankelijk uit de weg gingen. Dus junks, groepjes Marokkaanse jongens, zwervers. Deze mensen kwamen op een hele interessante manier in beeld. De mens achter het karikatuur werd getoond in regionale nieuwsmedia. In het onderzoek gingen wij deze geïnterviewde mensen volgen. Verandert er dan iets bij hen? Een dakloze junk die kranten bij het winkelcentrum verkocht, merkte dat mensen – nu ze meer van hem wisten – hem anders benaderden. Hij werd meer gegroet. Hij was geen flat character meer, maar een round character. Hij was een mens geworden en viel niet meer alleen samen met junk-zijn. Zo zie je dat nieuwsmedia de opinie ook positief kunnen beïnvloeden.’


Boze burgers

‘Het ingewikkelde van “boze burgers”, evenals ‘boze boeren” trouwens, is dat ze voor journalisten de rol van underdog vervullen. Zo zijn er boze burgers die zich verzetten tegen de komst van een asielzoekerscentrum. Boze burgers worden door nieuwsmedia steevast aan het woord gelaten. De journalist laat daarmee zien wat de emoties zijn die spelen in de samenleving. Op zich is dat acceptabel, maar die citaten van boze burgers worden vervolgens niet gecheckt. Terwijl ze door nieuwsgebruikers wel gelezen of gehoord worden als feiten; ‘het is immers op het journaal!’ En daarmee heeft het een impact op ons beeld van de werkelijkheid. Als een vader vertelt dat hij bang is dat zijn dochters verkracht worden en meent dat ze niet meer veilig over straat kunnen, is er zelden een journalist die vervolgens de statistieken erbij pakt en kijkt of het waar is dat de verkrachtingskans omhoog gaat als ergens een asielzoekerscentrum komt. Boze burgers doen het altijd goed in het nieuws, dat is spektakel. Dat heeft nieuwswaarde. Journalisten komen ook niet op het idee om te checken of het onderbuikgevoel van de boze burger klopt. Als een deskundige iets meent, dan checken ze het. Bij een quote van een boze burger gaat het ze om het in beeld brengen van de emotie, en minder om de feiten. In sommige gevallen wordt op deze manier een conflict geen recht gedaan. Je hoort de woede, maar niet of die woede gerechtvaardigd is.’


Erkenning van een conflict

‘Op het moment dat nieuwsmedia berichten over een conflict is er erkenning voor het conflict. Zo langzaam als dat ging met de zwartepietendiscussie, zo snel gebeurde het met de morele verontwaardiging over rapper Boef of de gebeurtenissen bij Vindicat. Ten eerste geven media een conflict dus erkenning. Ten tweede maken ze het onderscheid tussen wij en zij; ofwel, wie zijn hier de daders en wie zijn de slachtoffers? 

In het voorbeeld met de asielzoekers is dat lastig. Want er zijn wel slachtoffers, de boze burgers, maar zelden daders. De asielzoekers zijn er vaak nog niet eens. Dan krijgt het conflict een rare wending. De impact is dat mensen een beeld krijgen van asielzoekers dat gebaseerd is op angst. Doordat een duidelijke dader ontbreekt, wordt dat in ons hoofd ingevuld. Er ontstaat een negatief beeld over in dit geval asielzoekers. Je maakt er in je hoofd altijd een verhaal van. Het idee dat asielzoekers enge mensen zijn, wordt gevoed. De verhalen die gebracht worden vanuit het perspectief van asielzoekers vallen in het niet bij het grote tegengestelde beeld dat overheerst. Om de kleinere verhalen mee te krijgen, moet iemand daar echt energie in steken. Die kleinere verhalen redden het meestal niet, die bereiken de publieke opinie niet.’


Zwartepietendiscussie

‘Het grappige bij het voorbeeld van de zwartepietendiscussie is dat het een bottom-updiscussie is. De media hebben het heel lang niet over dit onderwerp gehad. Het onderwerp heeft zich echt een weg moeten banen richting nieuwsmedia. Het is atypisch dat dit nu een veelbesproken mediaonderwerp is. Racisme is net als seksisme een onderwerp dat niet zomaar de nieuwsagenda haalt. De boodschap ervan is dat een grote groep mensen iets verkeerd doet of ziet, dus de lezer of kijker wordt aangesproken als potentiële dader. Het onderwerp volgt niet de weg van de identificatie. Moet je eens nagaan wat er moet gebeuren voordat zo’n onderwerp, dat niet aansluit bij heersende culturele normen en niet de weg van de identificatie volgt, de nieuwsmedia haalt! Daar is heel wat voor nodig geweest.

De discussie over zwarte piet speelde al toen mijn kind op de crèche zat, 25 jaar geleden. Er waren veel Surinaamse gezinnen in de Kinkerbuurt en ook de leidsters op de crèche waren gekleurd. Dat leidde toen zonder veel discussie tot de inzet van gekleurde pieten. Inmiddels is dit een grote nationale discussie en menen veel mensen dat hun cultureel erfgoed wordt afgepakt. Dit zit mensen enorm hoog en er is een duidelijk zij/wij-gevoel. Bij het bepalen van dit wij/zij-perspectief zijn media van invloed. Die geven aan wie gerekend worden tot “wij” en tot “zij”. Sinds Gullit en Rijkaard rekenen we mensen met Surinaamse roots gemakkelijker tot de wij-categorie, terwijl Turken en Marokkanen altijd “zij” zijn gebleven in onze cultuur. De zwartepietendiscussie heeft dit ingewikkeld gemaakt. Deze discussie sluit in die zin niet aan bij heersende culturele normen.’


Tot slot

‘Journalisten doen enorm hun best. Het gaat mij er niet om dat ze het verkeerd zouden doen. Sterker nog, er worden prachtige reportages gemaakt. Maar iets meer reflectie op de impact van je nieuwsverhaal op de samenleving en kijken of je negatieve impact kunt reduceren, dat helpt.’


Over de auteur

Judith Stoop is MfN-registermediator en interviewer, onderzoeker en gespreksleider.